Lees de hele rapportage.
Wat gebeurt er als een overheid haar dilemma’s deelt met bewoners? Kan een ‘second opinion’ van burgers bijdragen aan betere en beter gelegitimeerde beslissingen? Vergroot een onafhankelijk burgerpanel het vertrouwen in de gemeente en haar besluitvorming? Het antwoord is ja.
“U krijgt geen traplift omdat u eerder had kunnen voorzien dat traplopen moeilijk zou worden.” Deze zin uit een brief van een gemeente aan een negentigjarige man zorgde een tijdje terug voor de nodige ophef. Volgens de gemeente zit de zaak genuanceerder in elkaar dan op social media wordt gesuggereerd. En hoewel dat — natuurlijk — zo is, zal elke gemeente herkennen dat de uitleg ‘dat het genuanceerder ligt’ niet aanslaat. Je wint er geen vertrouwen mee, noch legitimiteit voor je besluit. Terwijl iemand die zich verdiept in de zaak, wellicht tot dezelfde afweging zou komen als de gemeente. Of niet…
De Tweede Mening
“Het begon allemaal met mijn ergernis dat binnen gemeenten onvoldoende wordt gekeken naar de gevolgen van een beslissing”, vertelt Hein Albeda. Samen met Marije van den Berg nam hij het initiatief voor De Tweede Mening. Gemeenten legden in deze pilot afgewezen verzoeken waartegen burgers in bezwaar waren gegaan geanonimiseerd voor aan een burgerpanel. “Een second opinion of in gewoon Nederlands: De Tweede Mening”, licht Albeda toe. “Aan de hand van het paneloordeel kon de gemeente de afweging maken om het oordeel te wijzigen, of te blijven bij het eerdere besluit maar de afwijzing beter begrijpelijk toe te lichten.” Om dit mogelijk te maken werkten zij samen met Totta Research aan de ontwikkeling van een online burgerplatform.
Lovend over dilemma’s
Uit de pilot blijkt dat de burgers die meewerkten en het oordeel van de gemeente bekeken, meer vertrouwen kregen in de gemeente. Ook kregen zij meer begrip voor haar taken. De paneldeelnemers zijn lovend over de manier waarop gemeenten dilemma’s hebben voorgelegd. De reacties zijn genuanceerd en mensen bleven niet hangen in de rol van klant, maar bekeken ook de kant van het collectief dat hulp financiert.
Leren in de uitvoering
Uit de pilot blijkt echter ook dat de leerervaring bij de deelnemende gemeenten en de betrokken consulenten geringer is dan gehoopt. Bij kleinere gemeenten met korte lijnen lijkt de leeropbrengst het grootste. “Het is een arbeidsintensief traject, en waarschijnlijk hebben gemeenten het hier te druk voor”, verklaart Van den Berg. “Ook is een cultuur nodig waar ‘leren in de uitvoering’ centraal staat. De uitdaging is om aan dit proces ook bewoners toe te voegen.”
Het experiment
Drie gemeenten, Utrecht, Zoetermeer en Roosendaal, namen de uitdaging aan deden mee aan het experiment De Tweede Mening. “In een jaar tijd legden zij samen elf casussen voor aan het burgerpanel bestaande van ongeveer zeshonderd deelnemers. Per case hebben we ongeveer honderdvijfig deelnemers uitgenodigd”, vertelt Sergio van Keulen van Totta Research. Om te zorgen dat het panel een representatieve afspiegeling was, nam Totta Research een gewogen steekproef uit de gemeentelijke basisadministratie. Van Keulen: “De panelleden moesten binnen twee weken op het online platform vertellen wat ze van het besluit van de gemeente vonden, en wat ze in zo’n geval zelf besloten zouden hebben.” De gemeente kon vervolgens de afweging maken om dit oordeel over te nemen of hiervan af te wijken.
Van tandem tot huishoudelijke hulp
Alle voorgelegde dilemma’s kwamen uit het domein van de Wmo. Zoals bijvoorbeeld de cases van de verstandelijk beperkte Pepijn (9 jaar) die zijn driewielfiets wil inruilen voor een veel duurdere tandem. De gemeente worstelt met deze vraag omdat hij “zich in de directe omgeving kan verplaatsen met een vervoermiddel”. Hij kan echter niet alleen aan het verkeer deelnemen en kan geen gebruik maken van leerlingenvervoer. En hij moet wel naar school.
Of een vrouw die ‘basisuren hulp bij huishouden’ aanvraagt. Haar man heeft PTSS en kan moeilijk zonder haar. Zij is intussen overbelast. De gemeente wijst deze aanvraag af omdat er “twee volwassen, gezonde kinderen thuis wonen die ook huishoudelijke taken kunnen doen”. Maar deze kinderen zijn druk met hun opleiding.
Of een man (50 jaar) die een aanpassing wil aan de badkamer in zijn nieuwe woning. Vanwege zijn brandwonden heeft hij twee jaar in het ziekenhuis gelegen en had hij de huur van zijn oude woning opgezegd. De gemeente redeneert: “Als hij zijn woning niet had opgezegd, was er sprake geweest van een geschikte woning”. Maar nu kan hij zich niet douchen.
Of een jonge vrouw (20 jaar) die vanwege haar verstandelijke en lichamelijke beperking gebruik wil maken van de regiotaxi tegen gereduceerd tarief. De gemeente vindt dit geen oplossing: “Zij heeft een partner die haar kan vervoeren. Daarbij is ze nog jong en kan ze leren om zelfstandig gebruik te maken van het openbaar vervoer.” Maar ze is bang om met het OV te reizen en heeft moeite met fietsen.
Of een man (63 jaar) die al jaren gebruik maakt van een Canta. Op basis van nieuw medisch advies blijkt dat hij ook met een regiotaxi en scootmobiel uit de voeten zou moeten kunnen. Maar hij is erg gehecht aan zijn Canta die hem naar elke bestemming brengt, zelfs midden in de nacht.
Eigen verantwoordelijkheid
De meerderheid van de Nederlanders steunt het idee van een verzorgingsstaat en vindt dat de overheid een rol heeft in het aanbieden van sociale zekerheid. Ze zijn echter wisselend tevreden over de manier waarop de overheid die rol vervult. Tegelijkertijd vindt de helft dat mensen meer verantwoordelijkheid moeten nemen om voor zichzelf te zorgen. Keukentafelgesprekken zijn er om te onderzoeken wat mensen zelf kunnen regelen. De kaders zijn politiek bepaald, maar de werkelijke invulling vraagt maatwerk van de ambtenaren. Van den Berg: “Doet de ambtenaar dat goed? Wij denken van wel, maar eigenlijk heeft de samenleving daar geen goed beeld van.”
We hebben gemerkt dat het delen van dilemma’s de huidige polarisatie tegengaat en vertrouwen brengt. We roepen daarom ook de politiek op vaker dilemma’s te delen met burgers!